De regeling vroegpensioen voor zware beroepen loopt af in 2025. De regeling werkt matig. Vakbond FNV gaat actie voeren voor verlenging en verbetering. Wat zal het kabinet-Schoof doen?

 

Wat is een zwaar beroep? Die vraag stelt zich Linda Poort, in het digitale Arbo Online. Een definitie is nodig voor het door velen gewenste vroegpensioen. De journaliste geeft een omvangrijk overzicht van problemen en dilemma’s in de zoektocht naar zo’n omschrijving. Aspecten als fysieke, mentale en emotionele belasting zijn moeilijk in één concept te vangen. Vakbond FNV wil de definitie overlaten aan cao-partners. Twee hoogleraren melden hoe Nederland er ondanks discussie niet uit kwam. Uiteindelijk werd een bedrag geprikt, net boven het minimumloon, als grens waaronder vroegpensioen mogelijk werd per 2021. Poort concludeert dat een eenduidige definitie lastig blijft. Ze schrijft: “Daar komt bij dat verschillende partijen (werkgevers, werknemers, overheid) uiteenlopende belangen hebben bij de definitie van zware beroepen. Net als de politiek. Het standpunt van het kabinet-Schoof over zware beroepen is nog onduidelijk.”

Bonden willen verbetering

De huidige regeling vroegpensioen loopt in 2025 af. Vakbonden FNV en CNV willen een betere, permanente regeling, af te spreken door cao-partijen, haalbaar voor meer mensen met lagere inkomens; de overheid zou financieel moeten bijdragen. De FNV kondigt acties aan: in de week voor Prinsjesdag korte werkonderbrekingen in het openbaar vervoer, steviger acties in oktober.

Sociale partners werden voor de huidige regeling mede gefacilieerd door een subsidieregeling, de Maatwerkregeling Duurzame Inzetbaarheid Bedrijven en Eerder Uittreden (MDIEU). Voor steun aan vroegpensioen vereiste die een dubbele investering van werkgevers voor duurzame inzetbaarheid. De laatste toekenningen vinden in 2024 plaats.

Evaluatie: werking als bedoeld?

Een eerste evaluatie hiervan beschreven we in een KoM-nieuwsbericht in november. De subsidie leek over het algemeen meer terecht te komen bij de sectoren met relatief grote problematiek rond duurzame inzetbaarheid en zwaar werk.

Inmiddels is er meer ter evaluatie van de MDIEU verschenen. Toenmalig minister Schouten (pensioenen, armoede) informeerde de Tweede Kamer 7 maart. Ze benadrukt de onzekerheid die deze vroege resultaten met zich brengen, ze doet haar uitspraken met slagen om de arm. Echter, wat ze schrijft maakt duidelijk dat de regeling bepaald niet volledig werkt als bedoeld. De Regeling Vervroegd Uittreden lijkt relatief weinig gebruikt te worden door mensen met een uurloon beneden modaal, en voor de helft door mensen bij wie zwaarte van het werk geen rol speelt bij de keuze om te stoppen met werken. U ziet dat toegelicht in het kader hieronder.

Wat zal het kabinet-Schoof doen?

Het kabinet schrijft niets erover in het Hoofdlijnenakkoord. De voorlopige evaluatie onderstreept dat mensen met de allerlaagste inkomens in de huidige regeling moeilijk vroeger kunnen uittreden. Verbetering zal veel geld vragen.

Gangbaar is dat een kabinet sociale conflicten (enigszins) dempt met subsidietoezeggingen. De vier regeringspartijen korten echter in hun Hoofdlijnenakkoord op subsidies, mede vanwege de veronderstelde vaak matige werking.

Het kabinet kan de kwestie moeilijk negeren of ontwijken. De PVV wilde in haar verkiezingsprogramma de AOW-leeftijd weer op 65 jaar voor iedereen. Dat is ‘ingeleverd’. Is verder ‘inleveren’ realistisch?

 

————————————————————————
KADER
Citaten uit de brief van de minister
    • “De deelnemers aan DI [duurzame inzetbaarheid] doen meer zwaar werk en hebben een iets mindere gezondheid dan de gemiddelde werknemer in Nederland. Tegelijkertijd blijft het lastig om de meest kwetsbare groepen werkenden binnen de onderzochte sectoren te bereiken met de DI-activiteiten.”
    • “De voortgangsrapportage laat zien dat RVU-deelnemers [Regeling Vervroegd Uittreden] in vergelijking met niet-RVU-deelnemers in dezelfde sectoren en dezelfde leeftijd vaker man zijn, samenwonend, huizenbezitter en werkzaam in een voltijdsbaan. De RVU lijkt relatief vaak gebruikt te worden door mensen met een modaal uurloon en enig vermogen, zoals een woning en/of pensioen.”
    • “De gezondheid van RVU-deelnemers wijkt niet veel af van andere personen in dezelfde leeftijd en sectoren. Een derde van de deelnemers geeft aan om te kiezen voor de RVU vanwege gezondheidsproblemen. Zwaarte van het werk speelt bij ongeveer de helft van de deelnemers mee bij de keuze om te stoppen met werken. 60% noemt ook dat men wil stoppen met werk om te genieten van het leven nu men (nog) redelijk gezond is.”
Citaten uit de samenvatting van het onderzoeksrapport van bureau SEOR
    • “Het is .. maar ten dele zo dat DI-maatregelen dezelfde type groepen bereiken als die nu gebruik maken van de RVU.”
    • “Deelnemende werknemers verwachten echter niet dat ze door deze activiteiten langer door zullen werken. Zowel het bereik als de verwachte effecten lijken er dus op te wijzen dat de rol van de DI-activiteiten om later problemen bij groepen met zwaar werk te voorkomen, vooralsnog vrij beperkt is.”
————————————————————————

Het artikel in Arbo Online, niet zonder meer toegankelijk

FNV-nieuwsbericht over werkonderbrekingen

Het KoM-nieuwsbericht van 13 november 2023

De brief van minister Schouten; link naar SEOR-onderzoeksrapport daarbij

Illustratie FNV