Hoe waarderen werkgevers arbodienstverleners?
Cijfers tonen vooral een gebrek aan ontwikkeling
Uit de KoM-nieuwsbrief 29 maart 2021 “De bedrijfsarts is te hard voor de werknemers.” Of: “Juist te soft”. In veel organisaties wordt het allebei gezegd. Het blad ArboRendement wijdt in het februarinummer een artikel aan het beoordelen van de kwaliteit van arbodienstverlening. Het raadt aan de vinger aan de pols te houden: “ongeacht of uw werkgever tevreden is, net een nieuwe arbodienstverlener heeft of denkt over wisseling van arbodienstverlener. Door het tekort aan bedrijfsartsen is zo’n wissel niet zo maar te doen.”
Wij van de KoM-nieuwsbrief diepten wat meer uit over de waardering van de dienstverlening, met cijfers uit de Werkgevers Enquête Arbeidsomstandigheden. Het percentage dat ‘tevreden’ of ‘helemaal tevreden’ is wat betreft de ondersteuning bij re-integratie van ziek gemelde werknemers, steeg tot 66%; de anderen zijn neutraal of niet tevreden. Bij de advisering over de risico-inventarisatie en -evaluatie ligt het anders. Kleine arbeidsorganisaties zijn in 2019 minder tevreden. De steekproef is niet groot genoeg voor onderkennen van verschillen tussen werkgevers met een arbodienst en werkgevers met een alternatief i.c. maatwerkregeling. Vier van de dertien hoofdsectoren in de economie scoren op beide genoemde aspecten bovengemiddeld. De negen andere scoren op een of beide beneden gemiddeld, zo toont de tabel. De volledige cijfers zijn voor de arbosector zelf zeer interessant: ze lijken matig, onveranderlijk en onverklaarbaar. Daar moet de sector iets mee …