Contracten met arbodienstverleners uitgebreider

Het aantal werkgevers met een RI&E neemt toe. Echter: een derde van de RI&E’s scoort onvoldoende op kwaliteit.

Dat presenteert de Arbeidsinspectie als belangrijke uitkomst van haar haar monitor Arbo in bedrijf 2022-2023. Die steunt op een rondgang door inspecteurs in zo’n 1700 bedrijven, en op gesprekken van hen met de werkgever(svertegenwoordiger) en een aantal werknemers.

Er zijn ook andere opmerkelijke uitkomsten. In dit nieuwsbericht proberen we te focussen op punten waar de arbosector mogelijk haar voordeel mee kan doen. Dat brengt ons op punten waarop de cijfers met nog wat nadere uitleg of analyse zeer nuttig kunnen zijn voor zowel de Arbeidsinspectie als de arboprofessionals.

 

Vertrouwenspersoon

  • Zie de figuur uit het rapport. Bij zes van de zeven werkgevers is er iemand voor werknemers beschikbaar in geval van ongewenst gedrag. Maar. Bij bijna de helft is het aanspreekpunt de werkgever zelf of de direct leidinggevende.

  • KoM-kanttekening De uitkomst is wat dubbel. Bij de meeste werkgevers is er erkenning van mogelijke problematiek, maar bij bijna de helft schiet de oplossing tekort. Hoe dan ook, voor arboprofessionals geeft die erkenning een aanknopingspunt voor verbetering.

 

Aantal en kwaliteit van RI&E’s

  • Het percentage werkgevers dat een RI&E heeft, is gestegen van 50% in 2019-2021 (vorige rapportage) naar 64% nu, d.i. 2022-2023. Dit met name door stijging bij werkgevers ≤9 werknemers en in de sectoren horeca, informatie en communicatie en de financiële dienstverlening. De Arbeidsinspectie noemt niet dat dit een forse stijging is ook ten opzichte van langer geleden, toen jaren lang op z’n hoogst 50% van de werkgevers een RI&E had. De dienst benadrukt dat bedrijven met een RI&E vooral (middel)groot zijn. Van alle werknemers werkt 88% bij een werkgever met een RI&E; dat oogt flink anders dan 64% van alle werkgevers.
  • Kwaliteit van de RI&E’s hebben de inspecteurs beoordeeld aan de hand van acht aspecten, zoals volledigheid, (verwerking in) plan van aanpak, adequaat zijn van de beoordeling en prioritering van de risico’s. Gemiddeld over die acht scoort een derde van de RI&E’s onvoldoende. Ongunstige uitschieters zijn actualiteit en samenspraak met werknemers; de meest ongunstige uitkomst betreft evalueren en zo nodig aanpassen van maatregelen: bij 48% gebeurt dat niet.
  • KoM-kanttekening Deze acht aspecten zijn weinig concreet. De Arbeidsinspectie benoemt daarentegen wel in tabel 3 in het rapport wel een reeks concrete arborisico’s, en geeft aan bij welk percentage van de werkgevers het risico aanwezig is én geïnventariseerd in de RI&E. De meest gunstige uitkomst betreft de risico’s machine-onveiligheid en gevaarlijke stoffen; wanneer die zich voordoen volgens de inspecteurs, zijn ze bij ruim 80% van deze werkgevers terug te vinden in de RI&E. Voor werkdruk is dat 60%, terwijl “discriminatie” met 26% hekkensluiter is. Deze tabel 3 bevat interessante punten voor uitwisseling tussen de Arbeidsinspectie en de arbosector. Bij de laatste bestaat bijvoorbeeld de indruk dat werkgevers in meerderheid nalatig zijn wat betreft aanpak van werkdruk – anders dan het beeld van de arbeidsinspecteurs: dat schreeuwt om een gedachtenwisseling!
  • KoM-kanttekening De positief lijkende uitkomst over gevaarlijke stoffen in de RI&E is opmerkelijk. Enkele weken geleden hekelde de Arbeidsinspectie in een ander rapport hoe werkgevers achteloos omgaan met dat risico. Mogelijk komt dit verschil eruit voort dat nu gekeken is of het risico opgenomen is in de RI&E, zonder oordeel over kwaliteit daarvan. Dit lijkt een aandachtspunt voor verder uitlijnen van cijfers door de Arbeidsinspectie.

 

Samenhang RI&E e.d. en kwaliteit arbeidsomstandigheden

  • De Arbeidsinspectie signaleert dat bedrijven die een RI&E hebben beter scoren qua arbeidsomstandigheden, en nog weer beter naarmate er aan meer zogeheten systeembepalingen wordt voldaan, zoals een arbocontract en het hebben van een preventiemedewerker. Ze stelt daarbij duidelijk dat er géén bewijs is voor een causale relatie hierbij.
  • KoM-kanttekening Iets overeenkomstigs blijkt er bij alleen al de RI&E. In het onderzoek is voor elke bezochte werkgever berekend welk percentage van de aanwezige risico’s beheerst is. Die score is matig bij werkgevers zonder RI&E, maar blijkt telkens beter bij achtereenvolgens werkgevers met een volgens de inspecteur onvoldoende RI&E, resp. een goede RI&E, resp. een getoetste RI&E. De exacte cijfers staan op blz. 42 in het rapport. Die leiden tot vragen over de toegevoegde waarde van de RI&E-toets. De wijze van rapportage van cijfers zou mogelijk beter kunnen, daar zouden arboprofessionals mee gediend zijn.
  • De inspecteurs geven een eigen algemeen oordeel over het gezond en veilig werken in het bedrijf. 80% van de bedrijven scoort dan volgens hen voldoende of goed. Zo’n cijfer geldt ook wat betreft de veiligheidscultuur die de inspecteur waarneemt.
  • KoM-kanttekening Over het voorgaande geeft het rapport geen nadere informatie. Dat maakt als conclusie óók mogelijk dat ook bedrijven zonder RI&E in de ogen van de inspecteurs voldoende of goed scoren qua gezond en veilig werken. Dat staat haaks op de gegeven indruk dat de RI&E positief uitwerkt op arbeidsomstandigheden. Het is verder ook nauwelijks aannemelijk dat bij bijvoorbeeld administratieve organisaties met weinig werknemers, de RI&E impact heeft op de arbeidsomstandigheden. Nadere analyse zou wenselijk zijn.

 

Arbocontracten completer

  • Van de werkgevers heeft 80% een contract met een arbodienstverlener (vooral het grootbedrijf; 96% van alle werknemers in ons land werkt bij een werkgever met een basiscontract). Op nagenoeg alle diensten en werkafspraken zijn de contracten ruimer dan eerder. Deze stijging is significant; zie de illustratie.

  • Metterdaad gebruik van contractueel vastgelegde zaken is meestal fors minder. Ook blijkt bijvoorbeeld nog niet de helft van de werknemers te wéten hoe contact te leggen met de bedrijfsarts en dat er vrije toegang geldt tot diens spreekuur. Dat blijkt uit gesprekken van de inspecteurs met werknemers. Voor het eerst in deze monitoring hebben inspecteurs werknemers gesproken voor toetsen van de stand van gezond en veilig werk op de werkvloer.
  • KoM-kanttekening Bij deze cijfers van de Arbeidsinspectie is het iedere keer onduidelijk hoe het begrip ‘gebruik van diensten’ te interpreteren. Een middelgroot of klein bedrijf dat RI&E-werkzaamheden contracteert, zal daar niet elk jaar gebruik van maken. De verbetering in inhoud van contracten is hoe dan ook een pluspunt.

 

Nog een bijzonder weetje

  • De vooraankondiging van het monitorbezoek door een inspecteur lijkt een opmerkelijk effect te hebben. Eén op de zeven aangetroffen RI&E’s blijkt opgesteld ná aankondiging van het bezoek.
  • KoM-kanttekening Dit maakt nieuwsgierig naar hoe het staat met het voornemen van de Inspectie om haar bereik te vergroten door het opvragen en gewoonlijk zonder bedrijfsbezoek beoordelen van de verplichte documentatie. Zo’n schriftelijke benadering heeft kennelijk een nuttige opbrengst. Zeker nu we weten dat een volgens de inspecteurs onvolledige RI&E samen gaat met een grotere risicobeheersing dan wanneer er geen RI&E is.

 

De monitor van de Arbeidsinspectie (rapport 60 blzn, infographic 2 blzn, English summary 6 blzn)

Het eerdere rapport over handhaving bij gevaarlijke stoffen