We zitten volop in transities, naar meer ‘digitaal’ en ‘groen’; werkenden moeten het meer hebben van ‘skills’ dan hun formele opleiding. Brengt dit een betere kwaliteit van werk met zich? Velen nemen aan dat de toepassing van nieuwe technologieën het werk interessanter maakt en dat monotoon en/of zwaar werk verdwijnt.
Emeritus hoogleraar sociale innovatie Frank Pot, ooit directeur van TNO-Arbeid, waarschuwt voor het tegendeel: “Er komt, als je geen aandacht besteedt aan de inhoud van het werk, bij de invoering van nieuwe technologieën ook monotoon en/of zwaar werk bij.” Het bekende voorbeeld zijn de distributiecentra, maar ook de nieuwe volledig geautomatiseerde productie van prefab-huizen brengt veel kort-cyclische taken. Pot: “Er zijn echter andere keuzes mogelijk. Bij fietsenfabriek Gazelle duren de taken in de eindmontage 90 seconden, bij Koga monteert een monteur een hele fiets. Beide ondernemingen hebben dezelfde technologische opties, maar kiezen voor een verschillende organisatie van het werk.”
Nog veel mensonwaardig werk
Pot: “Dit soort werk is mensonwaardig en in strijd met de Arbeidsomstandighedenwet die in artikel 3.d aangeeft dat monotone en tempogebonden arbeid vermeden dan wel, indien dat niet mogelijk is, beperkt moet worden. .. Maken we ons er minder druk over omdat het meestal arbeidsmigranten zijn waarvan we denken dat ‘die er zelf voor kiezen’?” Onderstaande illustratie uit de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden maakt duidelijk hoe ‘repeterend werk’ nog altijd een wezenlijk deel van de werknemers belast.