Per 1 januari 2023 is het zover. Nederland kent voor het eerst een structurele regeling voor tegemoetkoming bij – vooralsnog drie – beroepsziekten in verband met gevaarlijke stoffen. Dit betreft de TSB, de regeling Tegemoetkoming Stoffengerelateerde Beroepsziekten.
Voorgeschiedenis
Wie schade toebrengt, moet dat vergoeden. Die plicht en het recht op vergoeding behoren tot de grondbeginselen van de samenleving. Wie ziek wordt door werk heeft dus ook recht op compensatie van schade doordat een werkgever of opdrachtgever niet voldeed aan zijn zorgplicht voor een gezonde en veilige werkomgeving. Dat zegt het Burgerlijk Wetboek (BW). De praktijk is echter weerbarstig. Het verhalen van schade door een beroepsziekte via het BW is zeer complex, vooral als het om gevaarlijke stoffen gaat: het bewijs is lastig, de schade blijkt vaak pas na decennia wanneer feiten moeilijk nog te achterhalen zijn. Daarom is de afwikkeling van claims op werkgevers moeizaam, duur (tussen € 15.000 en € 70.000) en lang (gemiddeld 5,3 jaar). Minister Van Gennip noemt deze gegevens in de toelichting bij de regeling TSB.
Er kwamen in het verleden – na veel strijd – eenvoudiger regelingen door de overheid, zoals in verband met de silicoselongen van mijnwerkers in Limburg en de asbestziekten mesothelioom en asbestose. Toenmalig staatssecretaris Van Ark weigerde in 2018 nog een regeling voor zo’n 300 gedefinieerde slachtoffers van vluchtige organische stoffen, de Tweede Kamer dwong die toch bij haar af. Dat en de ‘chroom-6’ affaire gaven de doorslag om van incidentenpolitiek af te stappen. Van Ark benoemde de Commissie-Heerts voor vergemakkelijking van afhandeling van schade door arbeid met gevaarlijke stoffen. De commissie adviseerde een door de overheid te verzorgen structurele voorziening.
Deze is er nu, “bij hoge uitzondering”, zo schrijft minister Van Gennip: in Nederland zijn en blijven werkgevers en opdrachtgevers verantwoordelijk voor de arbeidsomstandigheden van hun werknemers en ingeschakelde zzp’ers.
De TSB
De TSB geeft de slachtoffers een korte en snelle route naar erkenning van hun beroepsziekte door gevaarlijke stoffen, zo zegt het kabinet. De regeling staat niet alleen open voor (voormalige) werknemers maar ook voor (voormalige) zzp’ers. Dit niet alleen voor mensen met een nieuw geconstateerde beroepsziekte, maar ook voor degenen bij wie de ernstige aandoening al langer geleden is vastgesteld. De regeling is 29 november 2022 gepubliceerd in de Staatscourant.
De definitie van beroepsziekte luidt: “een ernstige aandoening die vermeld is op de bij deze regeling behorende Lijst beroepsziekten, opgenomen in de bijlage”. Met een beroep op de nodige zorgvuldigheid, ook wat betreft wetenschappelijke bewijsvoering, bevat die bijlage vooralsnog alleen drie beroepsziekten waarover relatief veel kennis beschikbaar is:
– longkanker door asbest,
– allergisch (beroeps)astma,
– chronische encefalopathie door oplosmiddelen (CSE, of schildersziekte).
Wat betreft dit laatste bestond er al een – nu aflopende – regeling voor een kleiner aantal werknemers. Minister van Gennip motiveert de keuze voor deze drie mede ermee dat er voldoende deskundigen beschikbaar en opgeleid zijn. Dit op advies van het Lexces, het Landelijk Expertisecentrum Stoffengerelateerde Beroepsziekten. Dat is een samenwerkingsverband van het RIVM met vier universitaire instituten, met een onafhankelijke als voorzitter. Dat is nu Dick Heederik, emeritus hoogleraar risicostudies. Het Lexces heeft ook de taak aan de minister te adviseren of de lijst beroepsziekten uit te breiden is; dit ook weer op basis van voldoende wetenschappelijke kennis en beschikbare experts.
Aanvraagprocedure begripvol
Aanvragen is mogelijk vanaf 1 januari 2023. De Sociale VerzekeringsBank (SVB) is de verantwoordelijke voor uitvoering van de regeling. Op de SVB-site staan de voorwaarden. Wie denkt daaraan te voldoen, begint daar dan ook met een aanvraag. In het belang van een zorgvuldige en begripvolle benadering van getroffene, is er een aparte instelling om mensen te helpen in het proces: het ISBG, instituut slachtoffers beroepsziekten door gevaarlijke stoffen. Dit wordt bestuurd door werkgevers- en werknemersorganisaties, later kunnen er ook patiëntenverenigingen bij worden betrokken. Het liefst bevat de aanvraag ook een door de behandelend arts en/of de bedrijfsarts vastgestelde diagnose. Het ISBG kan helpen zo’n diagnose te verkrijgen, alsmede andere nodige gegevens zoals over het verrichte werk. Een aanvrager kan het ISBG machtigen voor informatieverzameling: zoals bij (voormalige) collega’s van de aanvrager, werkgevers of opdrachtgevers of de bedrijfsarts, bijvoorbeeld over de werkzaamheden of de ernstige aandoening van de werkende. Deze personen zijn overigens niet verplicht hieraan mee te werken. Bij het ISBG werken mensen met veel kennis en ervaring vanuit het Instituut Asbestslachtoffers, expertisecentrum in dit soort speurwerk. Ze verzorgen administratief contact met de aanvrager via formulieren en brieven, maar doen ook persoonlijk huisbezoek of een telefonisch interview, en hebben regelmatig telefonisch contact voor toelichting op de behandeling van de aanvraag. De uiteindelijke aanvraag bevat mede een machtiging van de aanvrager voor de betrokkenen voor gebruiken en verwerken van hun persoons- en medische gegevens. De SVB moet in beginsel binnen 16 weken beslissen op een aanvraag, dat kan eenmaal met ten hoogste 16 weken worden verlengd.
Deskundigenpanel per beroepsziekte
Het ISBG moet vervolgens aan de SVB adviseren. Dat gebeurt door het dossier voor te leggen aan een deskundigenpanel. Voor elk van de (nu drie) beroepsziekten is er zo’n panel, met vooral medische en arbeidshygiënische experts in. Bij voldoende en betrouwbare informatie zal er geen noodzaak zijn dat de aanvrager nog eens medisch onderzocht wordt of anderszins bevraagd wordt. De deskundigenpanels worden samengesteld door het bovengenoemde Lexces. De panels beschikken over onder meer afwegingskaders en protocollen waarmee is vast te stellen dat een individu de desbetreffende ziekte heeft én dat de ziekte is ontstaan door blootstelling op het werk aan de betreffende gevaarlijke stof. In de definiëring van ernstige aandoening weegt niet alleen de gezondheidsschade als zodanig, maar tellen ook blijvende fysieke of psychische beperkingen als gevolg van de aandoening, nadat de werkende medisch stabiel of hersteld is verklaard. De documenten voor de beoordeling zijn openbaar, op de site van Lexces. Het panel beoordeelt, zoals de regeling vereist, of er sprake is van een ernstige aandoening als vermeld op de lijst beroepsziekten; en of het “voorshands aannemelijk is dat deze .. het gevolg is van blootstelling aan één of meer gevaarlijke stoffen bij het verrichten van de arbeid”. Dit “voorshands aannemelijk” is juridisch lichter dan “hard bewezen”. Minister Van Gennip motiveert deze keuze mede met een SER-advies van ruim 10 jaar eerder.
Eenmalige uitkering, belasting- en premievrij
Wie volgens de procedure ‘erkend’ is als ernstig getroffene door een stoffengerelateerde beroepsziekte op de lijst, krijgt zo snel mogelijk een eenmalige uitkering van de SVB. In 2023 is dat € 22.839,–. Dat wordt jaarlijks aangepast conform de indexering van het wettelijk minimumloon in het voorgaande kalenderjaar. Het is een voor iedere erkende gelijk bedrag, het is immers géén schadevergoeding die gekoppeld is aan de werkelijke schade.
De eenmalige uitkering wordt fiscaal behandeld zoals smartengeld, en is dus belasting- en premievrij; er zijn ook geen gevolgen voor bijvoorbeeld huur- of zorgtoeslag. Indien een werkgever of diens verzekeraar een (gedeeltelijke) vergoeding gaf of geeft voor schade, moet de aanvrager of ontvanger van de tegemoetkoming dit melden aan de SVB; deze wordt afgetrokken van de TSB-uitkering of – ook bij ontdekking – later teruggevorderd. Andere vergoedingen van de werkgever zoals een transitievergoeding, een aanvulling op de loondoorbetaling in het 2e ziektejaar of een persoonlijk re-integratie- of opleidingsbudget worden niet afgetrokken van de TSB-uitkering. Het is daarom belangrijk de aard van vergoedingen duidelijk vast te leggen.
Bijzonderheden
Nabestaanden kunnen geen aanvraag doen, maar krijgen wel de tegemoetkoming, als die gerechtvaardigd blijkt, in geval de aanvrager tijdens de aanvraagprocedure overlijdt. SVB en ISBG hebben de mogelijkheid om een vergevorderde aanvraagprocedure voort te zetten wanneer betrokkene overlijdt vóór de formele aanvraag.
De huidige regeling voor een tegemoetkoming bij werkgerelateerde asbestose en mesothelioom blijft bestaan. Wie daarvoor een tegemoetkoming heeft gekregen (of voor CSE) of aanvraagt, zal geen TSB-aanvraag mogen doen; dit om ‘dubbele’ tegemoetkoming te voorkómen.
Er is in beginsel een TSB-uitkering mogelijk voor een beroepsziekte door werk in het buitenland voor een Nederlandse werkgever of opdrachtgever; maar een buitenlandse uitkering zal van de TSB-uitkering afgetrokken worden.
Voor professionals: vroegsignalering en diagnostiek
De website van het ISBG bevat een pagina “voor professionals”. Dat is ons inziens een wat brede titel voor op zich nuttige voorlichting: informatie hoe (voormalig) werkenden te diagnosticeren, en een verwijzing naar Lexces voor onder meer vragen over vroegsignalering en diagnostiek.
Vele beperkingen
Het pluspunt van de TSB is duidelijk: er komt een einde aan de persoonlijke en juridische lijdensweg van een deel van de getroffenen. Een van de rafelranden aan het Nederlandse stelsel van sociale zekerheid is deels gerepareerd.
Er is ook veel kritiek. De regeling is nog onvolledig. Een voorlopige groslijst, opgesteld in opdracht van het ministerie, bevat nog 10 andere ernstige stoffengerelateerde beroepsziekten als ‘kandidaat’ voor de lijst. Uitbouw zal járen duren.
Er is geen regeling voor andere ziekteoorzaken dan stoffen, evenmin voor arbeidsongevallen.
Alle werkgevers brengen gelijkelijk de premies op via een kleine verhoging van de wettelijke verzekering voor arbeidsongeschiktheid; dat geeft dus geen prikkel tot preventie aan werkgevers die veel met stoffen werken of aan ‘slordige’ werkgevers. De eerdere regeling voor asbestslachtoffers houdt in dat het Instituut Asbestslachtoffers nog een poging doet tot verhaal op de verantwoordelijke werkgever(s), dat ontbreekt hier.
Ook het feit dat een (gedeeltelijke) schadevergoeding van werkgever of verzekeraars van de TBS-uitkering wordt afgetrokken, prikkelt niet tot preventie en schadecompensatie, zo is te stellen. Sterker nog: dit ‘aftrekken van de uitkering’ zou in de hand kunnen werken dat werkgevers, opdrachtgevers en verzekeraars (vaker) schadevergoedingen vermijden. Ontstaat een ‘pervers effect’?
Anderzijds: een getroffen (voormalig) werkende houdt het recht om de werkgever of opdrachtgever aansprakelijk te stellen voor een hogere vergoeding dan de TSB, al zal dat moeilijk zijn. Werkgevers kunnen dus ook zeker niet denken dat de TSB voor hen alle aansprakelijkheid wegneemt.
Tot slot: de minister meldt dat de nodige ICT op 1 januari 2023 nog niet volledig op orde is, ze wijst op mogelijke aanloopproblemen.
Gevolgen
Het pluspunt van de TSB is duidelijk: ze maakt een einde aan de persoonlijke en juridische lijdensweg van een deel van de getroffenen. De – volgens de minister – mogelijke 2.500 uitkeringen per jaar zullen de risico’s van gevaarlijke stoffen hoger op de agenda brengen bij overheid en bedrijfsleven. Het debat over compensatie voor schade door werk zal zeker doorgaan. Niemand mag denken dat een risico geen aandacht verdient omdat het niet op de TSB-lijst staat!
Evaluatie
De regeling bevat de gangbare bepaling over evaluatie: de minister verzorgt binnen vijf jaar “een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze regeling in de praktijk.” Het bovenstaande bevat alvast aandachtspunten.
Uitgebreide informatie over de regeling vindt u op de site van het instituut slachtoffers beroepsziekten door gevaarlijke stoffen, isbg.nl
De regeling TSB, Tegemoetkoming Stoffengerelateerde Beroepsziekten, is 29 november 2022 gepubliceerd in de Staatscourant.