Bedrijfs- en verzekeringsartsen, allebei sociaal geneeskundigen, zijn begeleiders, dan wel beoordelaars c.q. poortwachters. Het stelsel zet ze in verschillende posities. Komen ze dan ook vaak tot verschillende oordelen over dezelfde gevallen? Een recente analyse suggereert dat. Volgens KoM kan alleen gedegen, door de beroepsgroepen en professionele onderzoekers gedragen onderzoek uitsluitsel bieden.
Geen verzekeringsarts bij de toets op het re-integratieverslag bij een WIA-aanvraag: het wetsvoorstel daartoe ligt op de grote stapel bij de plenaire Tweede Kamer. Het kabinet wil zorgen en onzekerheid wegnemen bij m.n. werkgevers als gevolg van verschil van inzicht tussen bedrijfsarts en verzekeringsarts over gemiste re-integratiekansen. Het wetsvoorstel noemt dat verschil de oorzaak van 12% van de door UWV opgelegde loonsancties; dat is gebaseerd op onderzoek van het UWV-kenniscentrum.
Ander onderzoek, ander getal
Dat getal zou echter 23% zijn, bijna het dubbele. Het digitale Tijdschrift voor Bedrijfs- en Verzekeringsgeneeskunde (TBV) publiceert dit op 17 september vanuit het scriptieonderzoek van (inmiddels niet meer AIOS-) verzekeringsarts Willem Methorst. Hoe kunnen zulke verschillen ontstaan?
– Het UWV-kenniscentrum baseerde zich op alle niet om administratieve redenen opgelegde loonsancties in de jaren 2015 tot en met 2017, d.i. 11% van de beoordeelde re-integratieverslagen in die jaren. Het gaat om totaal ruim 7000 gevallen in het bestand van de Landelijke Loonsanctiecommissie (LLC) van UWV. Deze LCC is ingesteld mede voor landelijke uniformiteit. Haar registratie bevat de hoofdreden voor sanctionering. Die betreft één van de drie actoren bij wie de tekortkoming primair ontstaan kan zijn. De uitkomst is dan: werkgever (85%), bedrijfsarts (12%, d.i. 1% van alle WIA-aanvragen), werknemer (<1%) en overig/onbekend (2%). De onderzoekers merkten op dat daarnaast aan het tekort schieten door de werkgever of werknemer een advies van de bedrijfsarts ten grondslag kan liggen.
– Methorst deed met anderen een kwalitatieve inhoudsanalyse op 290 complete dossiers met loonsanctie, geanonimiseerd. Ze includeerden de eerste 100 sanctiedossiers met een medische tekortkoming alsmede de tussenliggende dossiers vanaf eind september 2017 (zes maanden na de invoering van de Werkwijzer Poortwachter). In ruim een derde daarvan waren er dus een of meer medische tekortkomingen geconstateerd door een verzekeringsarts. In 66 van de 290 dossiers “.. was een door de verzekeringsarts vastgestelde medische tekortkoming de doorslaggevende reden voor het missen van re-integratiekansen”: dat is genoemde 23%.
Wat is nu waar?
De FNV stelde ‘op basis van informatie van UWV-artsen’ dat het aandeel gevallen met verschil van inzicht tussen bedrijfs- en verzekeringsarts wel een derde tot de helft kon zijn. Verzekeringsarts Methorst komt lager uit. Het verschil kan deels eruit voortkomen dat Methorsts onderzoek OPGELEGDE sancties betreft; niet alle verschillen leiden tot een sanctie. Is er nu een uiteindelijk getal? Het TBV-artikel noemt –terecht- als sterke punten aan dit onderzoek onder meer het geprotocolleerd beoordelen van de sanctiegronden, met een tweede onderzoeker bij complexe dossiers. Tegenover deze inhoudelijke kwaliteit staan de pluspunten van het onderzoek van het Kenniscentrum: representativiteit door een grote steekproef over een lange periode op gegevens van de volgens de Landelijke Loonsanctiecommissie primair verantwoordelijken. Het is te simpel om te zeggen dat de waarheid ergens in het midden zal liggen.
KoMmentaar
‘In onderzoek vind je wat je zoekt’. Het is een gangbare reactie op onderzoeksuitkomsten. Beide onderzoeken vormen een bijdrage. Wie een goede verhouding nastreeft tussen bedrijfs- en verzekeringsartsen kan met de getallen becijferen dat nu in zeg 98% van de WIA-aanvragen géén verschil van inzicht tussen bedrijfs- en verzekeringsarts speelt. Is dit geloofwaardig? Daarop past de andere gangbare reactie: uitspraken zijn alleen mogelijk met uitgebreider onderzoek. En dan onderzoek met betrokkenheid van beide beroepsgroepen en professionele onderzoekers.
Met dank aan Willem Methorst voor commentaar op een eerdere versie
Het artikel in TBV-online, “Blik op huidige RIV-toets”
Het onderzoek van de UWV-Directie Strategie, Beleid en Kenniscentrum